Algemene informatie

 

De tijd van de Grieken was van 300 v.Chr. tot 800 v.Chr.

Daarna werd het de tijd van de Romeinen.

 

Grieken geloofden in meerdere goden, voor elk onderdeel in hun leven hadden de Grieken een god. Voor de Bliksem had je Zeus (de opperhoofdgod), voor de zee had je Poseidon (hoofdgod) en voor de dood ging je naar de onderwereld, daar heerste Hades (hoofdgod).

 

Griekenland bestond uit 750 stadstaten, dat is een soort klein landje die bestaat uit een stad, dorpjes er om heen en de boerderijen in de buurt. Die dorpen en boerderijen stonden onder bescherming van de stadstaat. Een ander woord voor stadstaat is Polis (meervoud Poleis). Een polis had zijn eigen regels, leger, rechtbank en een arkopolis.                                                                                                                                                                                            Een akropolis was meestal een grote heuvel in het midden van de stad waar een tempel opstond. Maar er waren ook markten en als de polis werd belegerd vluchtten de mensen daarheen.